De meest elementaire functie van kleppen is om de stroom in een systeem of proces te regelen, aan te passen of te begeleiden. Elk van hen heeft een reeks kenmerken die overeenkomen met de meest geschikte uitrusting.
Kleppen hebben verschillende functies, waaronder:
Ze kunnen de stroom starten of stoppen op basis van de conditie van de kleppen
Ze kunnen de stroom en druk in het leidingsysteem aanpassen
Ze kunnen de stroomrichting in het leidingsysteem regelen
Ze kunnen het debiet in het leidingsysteem smoren
Ze kunnen de veiligheid verbeteren door druk of vacuüm in het leidingsysteem vrij te geven
Hoewel veel kleppen vergelijkbare doelen kunnen bereiken, zijn hun mechanische eigenschappen anders. De manier waarop kleppen openen en sluiten, hebben niet alleen invloed op de algehele prestaties, maar bepalen ook de mate van stroomregeling en de snelheid waarmee kleppen worden bediend.
Naast de mechanische beweging in verband met kleppen, moet ook rekening worden gehouden met de aandrijfmethode. In de meeste gevallen zijn kleppen onderverdeeld in drie categorieën:
Handmatige kleppen: ze worden meestal handmatig aangepast. Deze kleppen worden aangedreven door handwielen, handmatige niveaumeters, tandwielen of kettingen.
Actuatorkleppen: Ze zijn meestal verbonden met een elektromotor, een lucht-of pneumatisch systeem, een hydraulisch systeem of een solenoïde. Deze kleppen kunnen worden gebruikt voor afstandsbediening en automatisering van zeer nauwkeurige of grootschalige toepassingen.
Automatische kleppen: Sommige kleppen worden geactiveerd wanneer aan bepaalde stroomomstandigheden is voldaan, zoals terugslagkleppen die sluiten tijdens het terugstroomproces of ontlastkleppen die worden geactiveerd wanneer overdrukcondities worden gedetecteerd.